39
2) Naast een tijdrekening in cyclen van 60 jaar, tans reeds de 76e, tellen de Japanners ook vanaf de stichting van hun Rijk door Dzjimmoe-Tenno en naar de rege-rings-tijdperken van eiken Mi Kado afzonderlik.
3) Moatsoe-Hito, spreek uit Moets-Chto (met ch als in het duitse Knecht, Recht), naam van den tegenwoor-digen Keizer, welke betekent Man des Vredes. Hij werd Mi Kado in 1867, maar kreeg eerst in 1868 wer-kelik de macht in handen.
4) Mei-Dzji spreek uit Meej-Dzji, naam van zijn be-stuurs-periode, di betekent Verlichte Regering.
5) Dzji-Pon-Koewé: Rijk waar de Dag begint, Rijk van de Rijzende Zon, Cipango, Japan. Ch spreek uit als in het Duitse Licht.
6) Moessoemé spreek uit moesmé, meisje.
7) Fana kojomi: bloemenkalender.
II. Een inktkoker als hier besreven, ziet men veel als weelde-artikel.
III. i) Samisen of semsin, citer met lange hals en vierkant klankbord.
2) Afhoegi, wajer. Afhoengi in Tokio-dialekt.
IV. 1. Koto, een soort liggende harp.
2) Geisha, spreek uit geej-sja, zangeres en danseres.
3) Obi, zijden gordel met breden strik óp den rug.
V. De oorlogsvlag van Japan is wit, tot in de hoeken bestraald door een hoogrode, zestien-stralige Zon en bezet met een rand van violet, de kleur der dynasti.
VI. VII. VIII. 1) Zeilwagen, chinees vervoermiddel.
2) Sampan, chinees vaartuig. 3) Tao, het rechte Pad
der Deugd volgens de leer van Lao-Tszé.