Japanse Verzen

XI.

Uw jacht op winst om d’aardbol, plutokraten,

Zal zelf tot bouw van beter orde’ U dwingen,

I)i wellicht dacht straks ’tVolk slechts loon te laten Als koelies in Uw goeden tijd ontvingen.

Geen vrees, dat spoedig gele Sindikaten De blanken met chinese list verdringen,

Of van de werklui de Mongoolse maten Nog steeds de aartsvaderlike liedjes zingen.

Want zoals draken kraterbrand opstuwen,

Vaak van Nippón den gansen bouw bedreigen, Zoo trilt di tans tot wissen val bereid,

Waar muilen van de Pers hel lichtvloed spuwen En Mant’ parool een leger saam doet tijgen,

Dat ginds ook onder ’t Rode Vaandel strijd. »)