Jullie is jodenvolk

Met 'Jullie is jodenvolk' heeft Sal Santen in de vorm van jeugdherinneringen de ontroerende kroniek geschreven van een joods gezin, dat zich probeert te assimileren in een nieuwe Amsterdamse wijk in de jaren twintig. In het eerste deel, 'Saartje', vertelt Santen van zijn vroegste jeugd en van de aanpassingsmoeilijkheden van de kinderen (een meisje, twee jongens) in het gezin van de eenvoudige joodse schoenmaker, die zich in een niet-joodse omgeving heeft gevestigd. In het tweede deeltje, 'Verbonden rouw', staan de wanhoop van de joden tijdens de bezetting en de rouw van de overlevenden centraal Santen beschrijft het lot van de familie in de oorlogsjaren, leder zoekt naar middelen om aan deportatie te ontkomen, maar het noodlot is onverbiddelijk. De schrijver van dit zowel nuchtere als aangrijpende boekje, Sal Santen, was al vóór de oorlog zeer actief aan de uiterste linkerzijde van de socialistische beweging. Hij trouwde met een stiefdochter van de bekende revolutionair Henk Sneevliet, maar koos na Sneevliets conflict met Trotsky de zijde van de laatste. Tijdens de oorlog was Santen lid van het 'Comité van Revolutionaire Marxisten' en mederedacteur van het blad 'De Rode October'. In 1953 emigreerde hij naar latijns-Amerika. Hij keerde na een jaar weer naar Europa terug. Wegens werkzaamheden voor het 'Algerijnse Bevrijdingsfront' kreeg hij een jaar en drie maanden gevangenisstraf.