Kinderdief is het tweede boek waarin Sal Santen fragmenten met jeugdherinneringen uit zijn eerdere werk heeft geordend, omgewerkt en aangevuld tot een roman. Stond in Heden kijkdag het joodse arbeidersgezin centraal waarin hij opgroeide in de jaren twintig in Amsterdam, in Kinderdief beschrijft Santen hoe hij zich tijdens de crisis van de jaren dertig ontwikkelde tot
revolutionair.
Na de driejarige hbs belandt de vijftienjarige Sal op een kantoor waar men zich erop toelegt de mensen die het toch al moeilijk hebben het leven nog zuurder te maken: hij wordt deurwaardersklerk. Hoewel hij zelf geen beslagleggingen of huisuitzettingen hoeft te verrichten, raakt hij in een gewetensconflict. '... juist omdat ik op een deurwaarderskantoor werk wil ik voor de wereld duidelijk maken dat ik mezelf wil blijven, dat voor mij niet geldt: wiens brood men eet, diens woord men
spreekt.'
Santen zoekt aansluiting bij de vakbondsjeugd, die zich onder de druk van de crisis en de dreiging van het Duitse fascisme scherp naar links wendt. Ten slotte treedt hij toe tot de revolutionaire jeugdbeweging. Hier ontmoet hij de dochter van Henk Sneevliet, op wie hij hartstochtelijk verliefd wordt.
'Sal Santen heeft zijn kinderjaren teruggebracht tot de essentie, de emoties op de momenten die zijn leven bepaald hebben.' Aleid Truyens, NRC Handelsblad