tot i oktober, zodat we niet de hele dag naar de telefoon hoeven lopen. Ik heb het meest behoefte aan rust, ten minste een paar weken om me weer aan te kunnen passen. Het is eigenaardig hè, maar naast de intense vreugde van het spoedig vrijkomen stormen allerlei problemen op je af, heb je enigszins het gevoel, daar weerloos tegenover te staan, wat natuurlijk niet waar is. Ik denk dat de meeste gevangenen dit hebben, en dat die eerste periode van aanpassing bijzonder belangrijk is voor het hervinden van het evenwicht. Enfin, jullie bent me daarbij een grote steun, mijn enige behoefte is samen te zijn met jullie, de rest kan me op het ogenblik geen bliksem schelen. Wil je tegen Jo zeggen, Bep, dat ze, wanneer ik weer op het werk kom, geen drukte moet maken, daar zie ik het meest tegen op. Ik hoop ook dat de mensen me wat met rust zullen laten, ik twijfel toch niet aan hun vriendschap, maar heb er geen behoefte aan dat ze dat er zo dik bovenop leggen. Ze kunnen die vriendschap bewijzen door ons de eerste tijd een beetje met rust te laten, daar hebben jij, de kinderen en ook ik wel recht op.
Dat dacht ik donderdag nog, na het bezoek. Er is zoveel onbegrip, daar kun jij in je eentje toch niet te-genopte doet het verstandigste het zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Ben ik weer thuis, dan wordt het allemaal veel gemakkelijker. Het maakt je nu toch maar onrustig, mij trouwens ook, en je praat toch tegen dovemansoren. Te dien aanzien maak ik me geen enkele illusie, ik ben trouwens niet van plan me er nog al te veel van aan te trekken. De les was hard genoeg, maar ik hoop haar geleerd te hebben.
Je brief ontvangen, Bep. Ik begrijp eruit hoe hard alles je heeft aangepakt, hoe flink je bent geweest, maar hoezeer je nu ook wat rust hebt verdiend. Daarom: ge
189