het laatste ogenblik), maar dat is niet meer dan de afronding van wat tot nu toe is 'gewrocht'. Ik verlang nu werkelijk naar het proces, het zal een gevecht worden in klassieke stijl, meer in de trant van een Grieks drama dan van een gangbare rechtsprocedure. Dat klinkt misschien hoogdravend, maar ik ben er werkelijk van overtuigd. Iedereen verwacht hier, dat we er nu wel gauw 'uit zullen springen', zoals dat heet, de biblio-theekmeester kijkt zelfs al om naar een vervanger voor me. Hoezeer ik ook naar jullie verlang en naar de vrijheid, ik maak me te dien aanzien geen gedachten. Ik ben noch optimistisch, noch pessimistisch, essentieel is nu strijd te leveren, de uitkomst hangt daarvan af, en van niets anders. Ik zou jullie ook op het hart willen drukken het in dat licht te bezien. Hoeveel keer in ons huwelijk heb ik je al niet gezegd, Bep, datje met een soldaat, zij het in figuurlijke zin van het woord, bent getrouwd. De strijd is nu eenmaal wisselvallig. Het geluk is weliswaar met de dapperen, maar ook in een dapper gevecht kunnen er tegenslagen zijn. Ik verdiep me daar niet in, beslissend is nu de strijd zelf. Nog nooit in mijn leven heb ik zo naar een 'gevecht' verlangd, dat jaar voorarrest heeft misschien wel de spanning in me kunnen vergroten, gebroken heeft het me zeker niet. Ik ben zo blij dat ik die tijd in de bibliotheek heb kunnen werken, niet zozeer om het werk zelf als wel om de noodzaak met andere mensen om te gaan, me ook met andere dingen bezig te houden. Een jaar eenzame opsluiting had me anders misschien te veel van het leven vervreemd, je krijgt dan allerlei illusies en gedachten die je niet aan de werkelijkheid kan toetsen zodat je er zelf in gaat geloven. En niets is zo gevaarlijk, zeker in een situatie als de onze, als zelfbedrog. Het is trouwens verbijsterend te zien in welke
172