Gisterenavond geschaakt en zowaar niet geblunderd. Ik schaak met een ouwe stroper, Bart, zo ongeveer als Kruik uit Merijntje, weet je wel? Maar hij schept wel op, hoor, hij heeft altijd in één keer 19 of 23 fazanten of konijnen gestroopt, 19 en 23, die cijfers komen steeds terug. Misschien was 1923 een belangrijk jaar in zijn leven. Ik fantaseer maar wat (tenminste wat 1923 betreft). Nu jongens, de brief is vol. Tot donderdag weer. Heel veel liefs, Sal, Papa.
Essie: dochter van Maurice Ferares, bij wie Michel en Hélène Raptis woonden.
Amsterdam, 19 februari 1961
Liefste Bep en kinderen,
Heerlijk weer de laatste dagen. Ik stel me voor dat jullie vandaag een paar uurtjes zijn wandelen in de polder en misschien al met katjes thuiskomen, al is het daar nog wat vroeg voor. In elk geval bloeien de krokusjes nu in de tuin en blinkt het thuis vanwege de vervroegde schoonmaak alsof het tegen Pasen liep. Zo fantaseert een mens maar wat. Want als ik thuis was geweest had ik die schoonmaak misschien lastig gevonden of op een vraag van jou, Bep, of ik niets kon zien, verbaasd rondgekeken zonder te ontdekken dat de kamer of keuken een grondige beurt had gehad. Heb intussen niet te veel medelijden met mij, hoor, ik geniet ook van het mooie weer. Het luchten is nu dubbel aantrekkelijk, terwijl we in de bibliotheek het raam al open hebben. Natuurlijk is het verlangen naar de vrijheid heel sterk, maar toch denk ik ook steeds: wat een geluk dat ik in de bibliotheek werk. Bij een open raam te zitten of in een cel met matglas, zonder venster, alleen
130