VALSHEID IN GESCHRIFTE
Vooral in Amsterdam-Zuid, waar de schoenmakerij van vader is gevestigd, zie je de ene joodse zaak na de andere verdwijnen. Geliquideerd. Door een Verwalter. Hoe moet ik aan met de akte van overdracht aan Bep, die vader niet meer heeft kunnen tekenen, en waar ik zijn handtekening onder heb nagebootst? Laten registreren, en de zaak bij het Handelsregister laten overschrijven op Bep? Of bij de Kamer van Koophandel ? Hoe moet ik ermee aan? Bij de Joodse Raad hoef ik er niet mee aan te komen, het is een stelletje angsthazen, en in dit geval kun je ze geen ongelijk geven. Een advocaat raadplegen? Maar welke? Wie is er betrouwbaar en wie niet?
'Ga naar die van oom Henk', zegt Bep, 'die hem heeft bijgestaan voordat hij ter dood werd veroordeeld. Hij is katholiek, maar fout is hij in ieder geval niet.'
Tegenover de vriendelijke, keurig geklede veertiger zoek ik naar woorden, terwijl hij mij onderzoekend aankijkt. Moet ik het hem wel vertellen of niet? Als ik net doe alsof het werkelijk vaders handtekening is, zal hij ook nooit te weten komen dat het eigenlijk de mijne is. Tenzij er formaliteiten nodig zijn, waaruit blijkt dat vader er al niet meer was toen hij zogenaamd zijn handtekening zette. Het is beter er wel over te spreken. Er is immers geen sprake van eigenbelang, het is vaders wil geweest. Aarzelend licht ik de advocaat in.
'Zo gauw mogelijk die akte verscheuren', zegt hij kortaf, 'anders hebt u valsheid in geschrifte gepleegd.'
89