III
HET SNEEVLIET-ARCHIEF i. Bep en Oom Henk
Bep, de enige dochter van Mien Sneevliet, en ik zijn ruim vijfenvijftig jaar getrouwd geweest. Meer dan elke buitenstaander weet ik over het leven van haar stiefvader Henk Sneevliet. Veel is volstrekt privé. Toch zijn er details, zo ontroerend en essentieel, dat ik ze niet mag verzwijgen, vooral dingen die betrekking hebben op de band tussen Bep en Henk, die mij doet denken aan de relatie tussen de oude man en het meisje uit het boek Arme mensen van Dostojevski, waar de man, zich onbewust van zijn verliefdheid, haar met zorg omringt.
Zo heeft Henk Sneevliet zich voortdurend om Bep bekommerd, haar beknord en verwend, maar ook belangrijke zaken aan haar toevertrouwd. Toen Bep en ik in 1937 verkering kregen schonk hij ons ons eerste meubilair en een tafelbestek dat hij in België gekocht had, toen hij daar voor de partij was. Hij had mij uitermate kritisch gevolgd om te weten of ik een goede partij voor Bep was. Ik ben ervan overtuigd dat wat hem het meeste in Bep boeide, haar onafhankelijk oordeel was, en het ontbreken van elke autoriteitsangst. Bep was wie ze was. Daar was geen speld tussen te krijgen.
14