40 SAM: GOUDSMIT
„Natuurlijk wacht ik,” grapte hij, ,,ja, ’k zal zoo’n voordeeltje laten loope, om met je sament naar huis te gaan.... be-je dan de heele middag hier.. .. hadt je niet effe thuis motte weze om voor moeder een boodschap te doen?”
Sjimmie, na Levie Papegaai te hebben gegroet, die hem schertsend voor zwerver schold, vertelde dat hij thuis geweest was en voor moeder blauwsel gehaald had, maar hij was teruggegaan naar de Bree-straat al voordat de orgels er waren.
,,U hadt hier motte weze, daar strakkies,” vertelde hij, „adenom — hadt u motte zien..,, knokkel”
„Knokke?” vroeg Chajem behaaglijk om de genottelijke opwinding van den knaap, en Levie Papegaai, dichterbij komend, hielp mee met een lachglinstering in zijn oogen, hem tot verhalen aan te zetten.
,,Hebbe ze geknokt, wie dan?.... hier in de straat?”
„Mar!” barstte Sjimmie uit, „owe ze geknokt hebbe?.... met agente.... twee agente.... hadt u motte zien.... over de grond binne ze gelege, over mekaar.. ..!”
Hij gebaarde hevig met heel zijn lijf en zijn armen, en zag rond naar getuigen.
„Niet Davidje?” kreet hij snel naar een roodharig kameraadje, „binne ze niet over de straat gelege, met agente?.... Wat hèbbe ze gemekaajemd!” riep hij uit, met één hand strijkend langs zijn gezicht, dat rood stond, met schitterende oogen van herinne-rings-genot aan de heldhaftigheid van het straatgevecht, en onder het schreeuwend onderbreken van Davidje, die stond te dansen van begeerte om ook te vertellen, brokkelde hij zijn verhaal naar de beide om zijn hartstochtelijk plezier zich vermakende mannen.
„En hebbe z’m niet te pakke genome?” vroeg