i78 SAM: GOUDSMIT
openheid van land en water en hofsteden, tusschen den tragen gang van het stil verdagende leven der zorgelijk zwoegende en biddende boeren, trilden de zwiepend-getroffen zenuwen van het dagbestaan reeds verlammend door van uit de in ontreddering en over-vallenheid krampende stad.
Boer Lammers had het midden in het moeizaam wurmende bedrijf van zijn kleine pacht-erfje voelen komen, als een ziekte, door den onrustigen boos-aardigen verdoemenis-zoekenden geest van fabrieken en werkplaatsen en kaden overgeademd naar zijn gebied van grond en hemel, krenking en verderf brengend overal. In vervoer en grootbedrijf was alles stilgezet. De suikerfabriek, die zijn beetworteloogst gekocht had, werd sinds eenige weken door een paar vreemde, met moeilijk geweld behouden krachten, in schamelen schijn van voortgang bewaard; en de werklieden, die hij voor laden en lossen had aangenomen, zelfs de daglooners uit de buurt, hadden man voor man uit saamhoorigheidszin geweigerd een schop voor hem ter hand te nemen.
Boer Lammers was in groote moeilijkheid. De jaren werden slecht; de pacht was, zelfs bij ontberend leven, slechts met grooten zorg op te brengen en hij wachtte op het geld van de beetwortelen om zijn derde termijn af te doen, waarmee hij al twee maanden achter was.
Het was de eerste keer in zijn leven geweest, dat de groote strijd ginds in de nieuwe wereld hem had gegrepen, en hij had met verwijde oogen voor de kalm-weigerende werkers gestaan, en zijn schade niet kunnen gelooven, en zijn armen in de lucht geslagen van onwillige verwondering en woede en teleurstelling. Hij was naar de stad geloopen om anderen te zoeken, hooger loonen biedend en steeds