DE HENGELWEDSTRIJD
E eerste serie zal bestaan uit honderd hengelaars.
De hengelaars zullen elkaar niet mogen hinderen.
Er zal slechts met steenwurm ge-
vischt worden.
De commissarissen van orde zullen elk oogenblik het recht hebben het aas te controleeren.
Bij het vallen van het eerste schot zal de eerste serie den hengel in het water hebben te werpen.
Bij het vallen van het tweede schot zullen alle hengels onmiddellijk uit het water genomen worden.
De visch na het vallen van het laatste schot opgehaald, zal niet meer worden meegerekend.
Alleen de baars komt in aanmerking.”
Deze en meerdere bepalingen hadden Kees en Manus en Piet op het aanplakbiljet voor de kroeg, met hun neuzen tegen de ruit en hun knieën tegen den muur, gelezen, en zij hadden onmiddellijk elkaar aangekeken en op de pilow dijen geklopt van de verrassende lol. Het was het reglement van orde, het was de majestueuze aankondiging, het was de kapitale herauting van een ontzaglijken vischwedstrijd, door de federatie van hengel-organisaties op initiatief van „Het Dobbertje” uitgeschreven. De jongens hadden hun hoofden bijeengestoken, te wonder verrast door