Modern-Hebreeuwse poëzie

Titel
Modern-Hebreeuwse poëzie

Jaar
1941

Overig
Auteurs: David Koker en Jozeph Melkman

Pagina's
90



WEL WEET IK: NIMMER ZULT GIJ ZIJN

Wel weet ik: nimmer zult gij zijn

mijn jonge vrouw, de moeder van mijn kind.

de reinheid van mijn huis.

Gij zult niet wachten in uw witte kleed, wanneer de zomeravond rustig is, staande in de omloop van mijn huis. met tere vingers

en met de glimlach van uw vrede.

Nooit zal ik rustend in uw schoot vergeten van zwerven en dromen de vermoeienis.

De vreugde van dit hart gaat uit naar u

en zegent uw komen

en elke nachtelijke droom en

het licht van eiken dag,

die God mij geeft op aarde,

zij zijn voor u. —

Al gaan de schreden traag van het geluk, al liggen zwaaide schaduwen der dagen op het hart, een wonderlijke ster vlamt in de nacht en werpt zijn schijnsel, waar ik ga.

Ik weet, eens rukt Gods wind

mij weder uit het nest

en uit uw goede tent ga ik en drink

de goede wijn niet langer van uw jeugd.

terwijl uw beker klinkt,

terwijl uw tuin zijn bloei begonnen is.

Maar van uw liefde voer ik heugenis

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.