Theodor Herzl, keur uit zijn geschriften

reidt uzelf intussen geestelijk en lichamelijk voor op dat wat komen gaat. Wordt in de eerste plaats flinke mensen. Als we eenmaal zover zijn, dat we met de vestiging in Erets Israël kunnen beginnen, zal dat niet op een planloze, woeste wijze mogen geschieden, zodat iedereen maar daarheen loopt waar het hem bevalt.

Neen, zo zal het niet zijn. Alleen onze Zionistische verenigingen zullen mensen mogen sturen. De gehele zaak moet in de grootste orde en met het grootste overleg gedaan worden. Ik wil thans niet meer zeggen. Maar iedereen zal hieruit reeds begrijpen, welk een betekenis de Zionistische verenigingen dan zullen bezitten. Daarom moet overal de leiding een verstandig plan opstellen, de leden voorlichten, de krachten onderzoeken en op hun juiste waarde schatten. Israël zal mannen nodig hebben: ze moeten er zijn, als men ze nodig heeft. Met ons succes, waaraan ik onwrikbaar geloof, zal alles snel veranderen. De onverschilligen zullen naar ons overlopen en bezweren, dat ze altijd aan onze zijde hebben gestaan. De tegenstanders zullen zich tot ons bekennen. Plotseling zullen dan ook de practische Zionisten politieke zijn!

Goed. En wat zullen wij dan zijn? Wij zullen werkelijk naar het land trekken, het op grote schaal koloniseren en niet een parade-kolonisatie, maar een echte uitvoeren. Landbouw, industrie, handel, verkeer — het gehele leven van een gezond, modern, op zich zelf steunend volk. Met één woord: wij politieke Zionisten zullen dan de practische zijn.

Het is misschien niet het meest elegante gezelschap, wanneer men samen met bedelaars en hongerlijders naar een doel streeft. Maar ik spreek niet van de kansel van een synagoge en daarom moge het dan geoorloofd zijn hier op te merken, dat wij Zionisten er niet voor terugdeinzen om samen met bedelaars en hongerlijders op te trekken, als het doel de gerechtigheid is. Misschien zullen wij bij deze gelegenheid de mogelijkheid van sociale verbeteringen ontdekken en verwerkelijken, die dan ook de ongelukkigen en belasten der andere volkeren ten goede komen. Dan eerst zullen wij ware Israëlieten zijn.

(Th. Herzl)

56