De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

geval is. Deze verpesting van ons bloed, waarvoor honderdduizenden van ons volk blind zijn, wordt door de Joden thans systematisch bedreven. Volgens een vastgesteld plan onteeren deze zwarte volkspara-sieten onze onervaren, jonge, blonde meisjes en vernietigen daardoor iets, dat in deze wereld niet meer hersteld kan worden. Beide, ja zeker, beide Christelijke confessies zien onverschillig toe bij deze ontwijding van een door God’s genade aan de aarde geschonken edel en in zijn soort eenig wezen. Voor de toekomst der aarde ligt evenwel de bctee-kenis niet daarin, of de Protestanten de Katholieken, dan wel de Katholieken de Protestanten overwinnen, doch in het feit, of de Arische Mensch voor haar behouden blijft of uitsterft. Desondanks bestrijden de beide confessies tegenwoordig niet den vernietiger van dezen mensch, doch trachten elkander wederkeerig te vernietigen.

Pag. 704/5:

Slechts in Frankrijk bestaat thans meer dan ooit overeenstemming tusschen het doel, dat de beurs en haar Joodsche leiders nastreven en de wenschen eener chauvinistische nationale politiek. Doch juist in deze identiteit ligt een inwendig gevaar voor Duitschland. Juist hierdoor is en blijft Frankrijk de vijand, dien wij het meest te vreezen hebben. Dit land, dat meer en meer door negerbloed besmet wordt, beteekent, door zijn verbinding met het doel der Joodsche wereldheerschappij, een loerend gevaar voor het voortbestaan van het blanke ras in Europa. Want de verpesting door het negerbloed aan den Rijn, in het hart van Europa, beantwoordt tegelijkertijd aan de sadistisch-perverse wraakzucht van dezen chauvinistischen erfvijand van ons volk en aan de koude berekening der Joden, die aldus het Europeesche vasteland vanuit het middelpunt willen verbasteren en het blanke ras berooven van de beginselen van een onafhankelijk bestaan door het te besmetten met een minderwaardig menschenras.

Wat Frankrijk, aangespoord door eigen wraakzucht, stelselmatig geleid door de Joden, thans in Europa bedrijft, is een zonde tegen het bestaan van het blanke ras en zal op dit volk mettertijd alle wraakgeesten van een geslacht aanhitsen, dat in de rassenschande de erfzonde der menschheid heeft herkend.

7