De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

Rome en Juda.

Zoowel Rome als Juda is door de invoering van den algemeeneir dienstplicht in Duitschland op zijn ergst onthutst. Het allerliefste zou men ons dadelijk „in den grond geboord” hebben.

Iedereen weet, dat Juda en Jezuiet niet slechts dikke vrienden, doch nu en dan ook vijandige mededingers zijn. Vrienden zijn zij wanneer zij een gelijk belang beoogen (bijv. bij de in 1914 beraamde verplettering van Duitschland), rivalen zijn zij wanneer het erom gaat, wie van hen beiden den grootsten buit naar huis zal brengen.

Op het oogenblik is de militair-politieke toestand in Europa, van het Vaticaan uit gezien, aldus; Zou het Rome (Italië) in vereeniging met de Joodsch-geleide landen, speciaal Frankrijk en Rusland, gelukken, Duitschland te verpletteren, dan zou bij de daarna onvermijdelijk komende schikkingen tusschen den Jood en den Jezuiet, de Jezuiet militair-politiek in de achterhoede zijn, speciaal daar Oostenrijk en Hongarije, als onder Roomschen invloed staande staten, op het oogenblik nog niet bewapend zijn. Vandaar Mussolini’s aandringen op bewapening van Oostenrijk. Gelijktijdig groeit met de bewapening van Oostenrijk het oorlogsgevaar met de mogelijkheid, dat Rome en Jood zich nog nauwer verbinden.

Zoo begrijpt men ook, dat en hoe Italië-Rome belang had bij een beperkte bewapening van een (tegelijk zoo mogelijk onder christelijk-roomschen invloed staand) Duitschland ais tegenpool tegen Frankrijk-Rusland-Juda en daarvoor opkwam, niet echter bij een krachtig Duitschland, dat zich kan verdedigen.

Het dubbele Rome heeft aldus twee vijanden: nummer één is een onafhankelijk Duitschland, dat op zijn eigen doel afgaat, nummer twee, de bolsjewiseerende Jood.

Jood en Jezuiet bevinden zich thans voor moeilijkheden, die hun voordien, ook in 1914, nog niet in den weg stonden.

Wanneer bijv. Oostenrijk heden gewapend is, dan zal Rome er niet zeker van kunnen zijn of het Oostenrijksche volk een betrouwbaar bondgenoot tegen het eigen volk, tegen Duitschland, is.

Voor de Joden is het bijv. een „incident” wanneer, zooals kort

57