De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

ment terug. Boeken, zooals „Der Mythos des 20. Jahrhunderts” van Rosenberg — om slechts het ernstigste te noemen — bewijzen duidelijk, dat de aanval van de meest uitgesproken vertegenwoordigers van de rassengedachte juist gericht is op de kern van de Christelijke religie, op het dogma van de Verlossing.

Het is niet te ontkennen, dat hierin een groot gevaar voor kerk en Christendom schuilt. Het is echter eveneens duidelijk, dat het gevaar niet in de nationale- en rassengedachte ligt, maar in het feit, dat men de verhouding tot het Christendom onder een verkeerd gezichtspunt ziet. Of nog juister: dat men het Christendom in zijn eigen en eigenlijken vorm niet ernstig neemt. Dat wil zeggen, men begrijpt het niet meer in zijn absoluut karakter, maar men vat het op als een cul-tuur-historisch verschijnsel, en daar alle cultuurhistorische verschijnselen op de een of andere wijze uitdrukking en product van bepaalde volkeren zijn, die weer op biologische, d.w.z. rassenoorsprong terug te brengen zijn, is het niet meer dan natuurlijk, ook het Christendom als zoodanig te beschouwen. Dan is inderdaad het rassenvraagstuk primair en het Christendom secundair en men kan er niets tegenin brengen, wanneer het rassengevoel als rechter over de waarheid der christelijke verkondiging gesteld wordt. Het is echter duidelijk, dat op hetzelfde moment de christelijke waarheid haar geheele innerlijke beteeke-nis verliest. Wilhelm Stapel heeft volkomen gelijk, wanneer hij zegt, dat de rassenpsychologie, toegepast op het Christendom, een doodelijk probleem ervoor wordt.

Pag. 19/20:

Het sterkst komt deze trek natuurlijk tot uiting bij het offeren van menschen, waarover hier derhalve nog een enkel woord gezegd dient te worden. Kummer en andere verdedigers van de „Freundgottreligion” trachten dit, daar het in strijd is met hun theorie, te loochenen of als een laat verschijnsel van een vervalstadium voor te stellen. Dit gaat echter bij het overeenstemmend getuigenis der bronnen niet op. Tacitus vermeldt zulks ook op andere plaatsen, evenals Strabo, Proco-pus, Jordanes, Orosius, Sidonius, Apollinaris, Isidorias, e.a. Omtrent bijna alle Germaansche stammen en volkeren, zoowel Oost-Germaan-

43