54
De prijs van dit pakket werd gesteld op ƒ7,50, doch de betaling van dit bedrag was facultatief.
Indien de storting bezwaarlijk was voor de betrokken familieleden, dan kon een lager bedrag worden voldaan en in het uiterste geval behoefde geen storting plaats te vinden.
Een zelfde zending van eenheidspakketten en een zelfde financiële regeling gold voor de gijzelaars in Buchenwald.
Op 15 Mei 1942 werden de officieren van Land- en Zeemacht door de commandant van de Duitse weermacht opgeroepen om zich te melden (z.g. ter registratie) in verschillende plaatsen van Nederland
o.a. Breda en Ede.
Hierbij werd de toezegging gedaan, dat zij de avond van genoemde datum weer in hun woonplaatsen zouden zijn teruggekeerd.
Dit bleek een valstrik te zijn, want niemand keerde huiswaarts (met uitzondering van enige N.S.B.ers) en allen werden in krijgsgevangenschap gevoerd (aantal ongeveer 2000).
Ook thans nam het Rode Kruis maatregelen om deze officieren van een eenheidspakket te voorzien volgens de hiervoren vermelde inhoud.
Een dergelijke omvangrijke zending trok de aandacht der Duitsers, zodat van die zijde werd ingegrepen en helaas slechts éénmaal voren-vermeld eenheidspakket kon worden gezonden.
Ook op het gebied der toezending van privé-pakketten werden beperkende maatregelen getroffen.
Niettegenstaande de Conventie van Genève hierin geen enkele restrictie bepaalt, werd van Duitse zijde de maatregel getroffen, dat wekelijks 2 privé-pakketten van 2 kg via het Rode Kruis mochten worden verzonden.
Verschillende familieleden probeerden toen via het postkantoor te zenden, maar ook daaraan werd spoedig een einde gemaakt.
Zo werden telkens weer op geraffineerde wijze maatregelen getroffen van Duitse zijde, die voortdurend onrust en leed brachten in de gezinnen dèr krijgsgevangenen.
Aan het Rode Kruis werd gevraagd een opgave van naam en adres van alle familiebetrekkingen der krijgsgevangenen, kennelijk met het doel de distributie-stamkaarten van deze laatsten in te nemen.
Dit werd geweigerd. Helaas zijn de Duitsers er toch achter gekomen, zodat het steeds moeilijker werd om artikelen voor de privé-pakketten aan te kopen tenzij middels de zwarte handel, hetgeen voor de meesten natuurlijk een groot financieel bezwaar opleverde.
Het Rode Kruis onderhandelde voortdurend met de Duitsers om intrekking van de beperkende bepalingen te verkrijgen.
Zij vonden het eenheidspakket van een zodanige samenstelling, dat daardoor de voedselvoorziening van het Nederlandse volk in gevaar werd gebracht (sic.) ,,Als de vos de passie preekt......”
Dus werd de zending van levensmiddelen, die onder de distributie vielen, verboden, doch mocht worden overgegaan tot de zending van een maandelijks eenheidspakket van niet gedistribueerde artikelen.
Zo kwam het Rode Kruis tot een samenstelling van het volgende eenheidspakket: