Pakkettenrapport Rode Kruis

45

Februari 1944. De heer Dentz verzoekt de heer Ferwerda ook iets te doen voor directe hulpverlening aan Nederlandse gedeporteerden en belegt hiertoe een vergadering, waarin de leiders van diverse Joodse organisaties voor de heer Ferwerda verschillende mogelijkheden tot hulpverlening uiteenzetten.

13    Maart 1944. Installatie te Genève van de commissie „P”, voor de latere repatriëring vanuit Polen.

31 Maart 1944. Verschijning van. het rapport van de heer Dentz over aantallen, verblijfplaatsen en omstandigheden van gedeporteerde Joden en politieke gevangenen, bewerkt naar verzamelde gegevens van mevrouw Boogerd (arbeiders in Duitsland), de heer van Walt van Praagh (politieke gevangenen) en de heer Dentz (gedeporteerde Joden).

Voorjaar 1944. De heer Flugi begint met geregelde halfmaandelijkse pakketzendingen aan bereikbare Nederlanders in concentratiekampen.

20    April 1944. De Poolse Regering breidt het reddingswerk in Polen uit door stichting van de Commissie tot redding van de Joodse bevolking in Polen (zie medio 1942). Officiële mededeling, dat reeds tienduizenden gered zijn, waaronder ook Nederlanders wellicht.

21    April 1944. De Joodse Adviescommissie zendt een request aan de Nederlandse Regering met het verzoek om onmiddellijke hulpverlening aan gedeporteerde Joden.

Mei 1944. Er komt bericht uit Londen, dat uitgebreide instructies voor de heer Polak Daniëls onderweg zijn.

Juni—Juli 1944. Het Londen-Comité van het N.R.K. stelt, in overleg met de heer Ferwerda, £500.— beschikbaar voor de Joodse Coördinatie-commissie. Alvorens uitbetaald te worden, blijft dit bedrag

6 weken liggen bij de heer de Vos van Steenwijk.

10 Juni 1944. De heer Brandei wijst er in „Vrij Nederland” op, dat Tsjechen en Polen hulpverlening aan gedeporteerde Joden hebben georganiseerd, terwijl van Nederlandse zijde niets gebeurt.

14    Juni 1944. Bericht in de „Mededelingen” van de repatriërings-dienst, dat het voornemen bestaat tot voorlopige registratie van gedeporteerde Joden, (zie 14 Sept. 1944).

24 Juni 1944. De heer van Harinxma verklaart in „Vrij Nederland”, dat het onmogelijk is om via officiële Rode Kruis-weg pakketten naar concentratiekampen te sturen.

1 Juli 1944. De heer Brandei wijst in „Vrij Nederland” op wegen, waarlangs hulpverlening aan gedeporteerde Joden mogelijk is.

8 Juli 1944. De heer Harinxma antwoordt de heer Brandei in „Vrij Nederland”, dat reeds pogingen om Nederlanders te helpen, overwogen zijn. (zie 14 Juni 1944).