Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

1885—1886 Choreb, Bibliotheek voor Israël. Huisgezinnen. Verreweg het meeste hierin van de hand mijns Vaders (Meestal „door Jotham”).

1886 R. Saadjah Gaon.

1888 Mendelssohns Jerusalem.

Deze beide waren lezingen in de Vereeniging voor Joodsche Geschiedenis en Letterkunde te ’s Gravenhage.

1888    R. Jechezkel Landau.

1889    Uit de Gedenkschriften van een Oude Berogous-Gemoro, door haar zelve verhaald.

1891 Samson Raphael Hirsch.

1893 Iets over Israels Profetie.

1896    Jirmiah, de Profeet.

1898 Het Zionisme van Joods-historisch standpunt.

Deze zes waren lezingen in Mekor Chajim te Amsterdam.

1890    Antwoord aan A. C. Wertheim in zake de „leek-voorzitter”, in het Centraalblad voor Israëlieten.

1891    Toespraak bij de inwijding van het Centraal Israëlietisch Kinder-Doorgangshuis te Leiden.

1893 Feestrede ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der Synagoge te Arnhem.

1893 Alcharizi, in de Wilhelmina-kalender, Israël. Jaarboekje,

2e jaargang, Rotterdam.

1895 (?)—1898 Wekelijkse artikelen in het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen.

1897    Het oude Volk, in het maandblad Woord en Beeld.

1898    Oranjebloesems.

1898 Haagsche Bruggen.

Voorts recenserende artikelen (die ik tot mijn spijt thans niet in

détails kan nagaan) in het Museum en De Portefeuille, o.a. over

L. Wagenaar: De Talmoed en de oudste geschiedenis van het Christendom (dat tegen Prof. Oort is gericht); en van Abrahams: Jews in

Angevin England.    J. Tal.

13