aan de verbale inspiratie der Tora. De grondwaarheden van het Jodendom waren het onaangevochten bezit van vrijwel het gehele Joodse volk. Men trachtte er slechts dieper tot door te dringen, zo b.v. door de leer van de Kabbala, de Joodse mystiek, er aan te verbinden of door extatisch beleven het te laten doordringen tot het hart en het gemoed ook van de niet-geletterden, zoals dit in het Chassidisme tot uitdrukking kwam. Maar Gods woord zelf werd nimmer in twijfel getrokken.
Anders werd dit na het optreden van Mendelsohn, die zelf nog een gelovige en wetsgetrouwe Jood was, maar die toch aansluiting zocht bij de Westerse cultuur en daardoor voor zijn volgelingen de poort opende tot allerlei levensbeschouwingen, die afweken van de tot dusverre gevolgde opvattingen en levensgedragingen.
De Joodse reformheweging
Toen onstond de Joodse reformheweging, die niet meer aan alle uitspraken in de Tora dezelfde, gelijke waarde toekende maar een onderscheid maakte tussen eeuwige en tijdelijke waarheden. De tijdelijke waarheden hadden — aldus de opvattingen der voorstanders van de reform — hun waarde in de moderne tijd verloren en dus moest de wet in de practijk van het dagelijkse leven worden gewijzigd en aangepast aan wat de tijd nodig oordeelde. Het „zeitgemasse” was hèt kenmerk van de Joodse reform-beweging. Wat was nu de maatstaf, waardoor het tijdelijke van het eeuwige kon worden onderscheiden? Eigen1 ijk gezegd: geen. Geen objectieve maatstaf, maar de mens zelf, wiens denkwijzen immers telkens veranderden, hij alleen zou kunnen bepalen wat blijvend en niet blijvend was .Zo kon het gebeuren, dat bepaalde, voor het Jodendom fundamentele voorschriften, als huwelijkswet, Sabbath-rust en besnijdenis nu eens wel dan weer niet voor bindend werden verklaard.
53