De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Titel
De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Jaar
1954

Overig
Uitgegeven door Het Nederlands-Israelietisch Kerkgenootschap en Het Portugees-Israelietisch Kerkgenootschap

Pagina's
116



tuiglng een plicht tot achterhouden van het meisje behoefden te ontlenen". In een volgende passage van laatstgenoemde brief wordt dan Uwerzijds verondersteld: „De weigerende houding van de Dames zal dus niet op een vermeende geloofsplicht zijn gebaseerd, maar op de diep menselijke gevoelens van wederzijdse aanhankelijkheid en genegenheid, die tussen de Dames en het meisje zijn gegroeid". Aan het slot van deze brief komt Uwe Hoogwaardige Excellentie dan tot de conclusie: „Indien de Rechtbank heeft gemeend, dat niettegenstaande deze door de omstandigheden ontstane band het meisje van de Dames gescheiden dient te worden, zal het ook de taak van de Rechtbank zijn om deze uitspraak te realiseren". In Uw schrijven aan Opperrabbijn Tal herhaalt U deze conclusie met de woorden: „Het opsparen van bedoeld meisje schijnt Ons een taak van de burgerlijke autoriteiten".

Ondergetekenden zouden naar aanleiding hiervan gaarne het volgende in het midden brengen:

Als Doopsgezinden zijn wij met Uwe Hoogwaardige Excellentie van oordeel, dat er omstandigheden zijn, waaronder iemand mag weigeren een hem door de wereldlijke overheid gegeven bevel op te volgen, en dat niet alleen op grond van een aan een bepaalde religieuze levensovertuiging ontleende „geloofsplicht", maar ook op grond van „diep-menselijke gevoelens", b.v. van de aard als Uwerzijds bij de Dames v. Moorst worden verondersteld.

Wij zijn echter van oordeel, dat bij zulk een weigeringdie een geheel uitzonderlijk geval van ongehoorzaamheid tegen de wettige overheid vormtzeer zorgvuldige overweging van alle in het geding zijnde factoren geboden is. In het onderhavige geval van het Joodse oorlogs-pleegkind Anneke Beekman mag dan ook naar onze overtuiging niet alleen worden gerekend met de „diep-menselijke gevoelens" van de Dames en het door haar met liefde verzorgde pleegkind, maar ook met het zedelijke belang van dit pleegkind, dat met de gezindheid van haar vermoorde ouders behoort te kunnen rekenen en dus In ieder geval van hun religie in volle vrijheid behoort te mogen kennis nemen — en in niet mindere mate met de ook zeer diep-menselijke gevoelens van de Joodse bevolkingsgroep in Nederlandwelke door de gang van zaken wel tot het besef moet komen, dat er voor hen in Nederland geen recht te verkrijgen valt, om-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.