De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

is opgemerkt omtrent de noodzaak van geheimhouding der genomen opspoiingsmaatregelen, geldt evenzeer ten aanzien van de nog te nemen maatregelen. Het antwoord op de onderhavige vraag moet derhalve ontkennend luiden."

Verschillende keren hebben Opperrabbijn Tal en Joodse kerkelijke en andere organisaties zich ten deze tot de hoogste autoriteiten in Nederland, zowel als tot de R.K. Geestelijkheid gewend.

Wij mogen volstaan met hierna afschrift te geven van enige der jongste missiven.

Op 3 Juli 1953 werden de volgende telegrammen verstuurd:

„Aan Hare Majesteit de Koningin,

SOESTDIJK.

„Het Opperrabbinaat voor Nederland,

„De Permanente Commissie tot de Algemene Zaken „van het Nederlands-Israelietisch Kerkgenootschap,

„De Hooidcommissie voor de Zaken van het Portu-„gees Israelietisch Kerkgenootschap,

„Kennis genomen hebbende van de terugkeer van „de Kinderen Finaly in Frankrijk, die door hun katholieke verzorgster waren onttrokken aan hun bij rech-„terlijke uitspraak aangewezen Joodse verzorgers, en „wier terugkeer geschiedde met medewerking van de „Franse regering en de kardinaal van Lyon, wijzen „Uwe Majesteit er op dat de Joodse gemeenschap in „Nederland reeds vijf jaar wacht op de terugkeer van „de kinderen Anneke Beekman en Betty Meljado, die „in dezelfde omstandigheden verkeren.

„Namens deze gemeenschap doen wij een dringend „beroep op Uw Majesteit Uwe medewerking er toe te „verlenen, gelijk wij ook Uw Ministerraad hebben ver-„zocht, dat deze kinderen aan de rechtmatige verzor-„gers worden teruggegeven en er thans een einde „komt aan de tragische en voor de toekomst der kin-„deren noodlottige onder duiksituatie, welke deze kinderen nog steeds wordt opgedrongen.

„Wij hopen dat dit verzoek voor Uwe Majesteit aan-„leiding moge zijn, Uwe hoge invloed aan te wenden „opdat in het Koninkrijk der Nederlanden op dezelfde

47