De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Titel
De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Jaar
1954

Overig
Uitgegeven door Het Nederlands-Israelietisch Kerkgenootschap en Het Portugees-Israelietisch Kerkgenootschap

Pagina's
116



Interessant is ook, dat mej. v. Mooist vertelde, dat het kind erg bijdehand was en „Joodse slimmigheidjes" had; „wij zouden het intelligent noemen".

Met O.P.K. werd toen opnieuw overleg gepleegd en vastgesteld, dat een sociale werkster van O.P.K., mevr. van Steenhoven, Anneke op 21 Juli 1947 van de dames van Moorst naar de familie van Dijk zou overplaatsen.

Op deze dag belde mevr. van Steenhoven ’s middags het bureau van de Stichting „Le-Ezrath Ha-Jeled” op en deelde mede, dat zij Anneke Beekman niet had kunnen meenemen daar men haar had laten onderduiken.

O.P.K. zou volgens mevr. van Steenhoven deze zaak in handen van de Kinderpolitie stellen.

Volgens mededeling van O.P.K. had de politie haar volle medewerking verleend om Anneke op te sporen; de secretaris dezer Commissie had zich met de Officier van Justitie te Amsterdam begin October 1947 in verbinding gesteld met het verzoek een strafvervolging tegen de dames van Moorst in te stellen.

Merkwaardig is, dat dit verzoek bijna drie maanden na het verdwijnen van het kind werd gedaan.

Besluit O.P.K. om verzoek tot de Rechtbank te richten.

Op 25 November 1947 kwam het geval opnieuw in de Commissie O.P.K. ter sprake.

Uit de Notulen der commissie-vergadering:

„Alvorens tot de behandeling van de op 11 dezer in de secties besproken eindrapporten over te gaan, legt de Presidente de aangelegenheid van Anneke Beekman voor. Deze zaak werd reeds in 1946 door de Commissie bekeken; toen werd besloten L.E.H.J. (Le-Ezrath Ha-Jeled) voor de voogdij voor te dragen en inmiddels het kind over te plaatsen. (In overleg met L.E.H.J. werd na maandenlang zoeken een vermoedelijk bijzonder geschikt gezin Van Dijk te Rotterdam gevonden). Herhaalde pogingen van het Bureau tot overplaatsing leidden niet tot succes. Men wendde zich derhalve tot de Oll. van Justitie met het verzoek, een strafvervolging tegen de „pleegmoeders", de dames van Moorst te Hilversum, in te stellen. Toen ook deze actie traineerde, wendde zich de Presidente, ten einde raad, tot de Aartsbisschop met het verzoek om interventie. Z.Em. liet het al of niet ingrijpen aan het beleid van de Deken van Hilversum over, die echter, onvolledig ingelicht, geen aandrang op de dames van Moorst wenste uit te

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.