51 DE GELUKKIGE FAMILIE EN EÉN VOOR ÉÉN.
pingen als Geertje van Johan De Meester, Armoede van Ina Boudier, Sprotje van Margo Scharten-An-tink en in vele opzichten ook Voor de Poort van Top Naeff, in uitingskracht reeds lang de meest beteeke-nisvolle en verbeeldingsrijke dichtkunst van den laat-sten tijd voorbij gestreefd. En dit uitsluitend, (bij Johan De Meester's Geertje bovendien nog in verband met de romantische symboliek van zijn hoofdfiguur) door een geestelijke verbeeldingsmacht, die in haar innerlijke schittering en zuiverheid, dichterschap en wijsbegeerte onbenut kon laten, wijl zij deze intuïtief en onbewust op zijn schoonst en meest suggestief vertegenwoordigt. Ik begrijp, dat vele poëten van naam, ironisch doch gebluft zullen stotteren: maar hoe is het godsmenschemogelijk, dat gij zulke ongelijksoortige dingen als hooggeestelijke gedichten vol ingehouden, hooggeestelijken hartstocht en geschreven met hoog-geestelijken honger naar het hooggeestelijk-oneindige, en de pracht hunner verbeeldingen, de muziek en de melodie hunner taal kunt vergelijken met de grove copiëerkunst des dagelijkschen levens; met de doodgewone zinnelijke en ruige schoonheid der realistische boeken? Wie zet er nu de van hemelglans omgeven Iyao Tse op de bloedige beulskar van Zola's naturalistische triumphen ? Wie waagt het de van verbeeldings-diepte-doorduizelde phantasiëen en visioenen van een Shelley, naar innerlijken aard analoog te verklaren met een zooveel platter, zinnelijker scheppingsdrang van een Balzac? Dit waag ik, heeren verhevelingen, omdat de hevig-roerende menschelijkheid in zulke werken een éven sterk doorduizelde diepte van wae-reld-visie geeft, een even machtige verbeelding ópeischt als er in de groote dichterdroomen tot uiting komt.
Tot slot nog een enkel woord over de zeer voortreffelijke kwaliteit van Robbers' dialoog. Het is een dialoog, waarin de sprekende zichzelf meestal geheel en èl van binnen uit teekent, gelijk Dickens soms zoo