ARON LAQUNA 75
A r o n (verbaasd). Hfj... voor jou ?... Maar je ״zaak" dan ?
J a c q u e s. Spreek door, ik geef je verlof.
VIERDE TOONEEL.
Morks komt binnen, zijn gezicht met een zakdoek bewuivend.
Morks.
Phf!... (blaast). Dag Aron. — Bonjour meneer Laguna...
J a c q u e s.
... Miranda, maar dat doet er niet toe. — Meneer Morks... éérlijk. — Wat vindt u grooter wonder: een mannetjesmug of een olifantenwijfje ?
Morks. Bij zóóveel wijsheid past zwijgen.
J a c q u e s.
En u spréékt? (onbeschaamd). Kijk eens, meneer Robespierre... in kalfsleer. — Ik zit eigenlijk ... vreeselijk in de penarie — ik heb wel vierduizend pop schuld, speelschuld — alzoo: eereschuld.
Aron.
Eéreschuld!
J a c q u e s.
Verder hangt er een vrouw aan me van zestig kilo netto. — Ze bijt me en ranselt me, en ik vind het goddelijk meneer Morks.