25 ARON LAGUNA
Nathan (lachend). Gód-wat-een-géin!... Mefrou Baronnézze Pa-reira begrijpt niet... nö-néé!... Mot u 'n lepel staal slikke... stérkt de harses... Exzelenzzie!...
Mevr. Pa re i ra. Een man als j/j, die stikt in de zorgen... altijd pret en galjoofe!
Nathan (luidruchtig). Wil (k u eris wat zegge mefrou Pareira?... Ten éérstes: wat je in je leve lacht, hüil je minder, — Ten twéédes: waarom zal ik niét vroolijk zijn? ... Ben ik niet geléérd? ... heb 'k toch me geglóóf — verdien me kost mit me losse negotie, al héb 'k kópzorge! — Ten dérdes: ik kom toch niet bij mefrou Pareira bedele? — De rechte soort! U ken mijn niet implijéére — en d&n... u mag van aristecratische familie weze... tóch is 't niet fijn, iemand dat zóó vóór te gooie, in tegeswoordigheid van allemaal, asdat ik stik in de zorrege!
Baruch.
Wat een gezegende man! — Eén bonk levenslust!
Nathan (vroolijk). Natüürlijk... al hiet ik géén Pareira Diaz Pisa!
Mevr. Pareira. Ddt ken me wel an je zien — kwaad ei, kwaad kuiken 1
Nathan.
Is dat 'n beléédiging ?... Nó... nou hét me