22 ARON LAGUNA
R a p h a ë 1 (die onder de woorden van mevr. Pareira inéèngekrom-pen is, stottert): Zoo... zoo... zoo donker bove...
Mevr. Pareira. Dónker?... & palabres... praatjes!... Volop licht!... (alsof zij een kind bestraft). Kwéje jónge! — Je weet toch dat je wachten mot tot je gehaald wordt!... 'n Schand&al is 't... godallemachtig... zoo alleen door 't huis te loopen!
R a p h a ë I (angstiger achteruit-wijkend naar de middendeur). Zoo ... zoo ... dónker... boven ... Kan ... 'm niet zien ankomme!...
Mevr. Pareira (dreigend). Na jekcimer,kwdjejónge!... aló... endddelijk
NEGENDE TOONEEL.
Baruch en Lisa komen binnen.
Baruch.
Snduwt u die man toch zoo niet moeder — men kan u in de gang hooren schreeuwen, (naar Raphaël die te beven staat). Ga jij maar rustigjes zitten hoor m'n jonge?
Raphaël.
Nee-nee... néé... hij wacht op me... en as ie klopt... as ie klopt...