13 ARON LAGUNA
J u d i t h (woedend opspringend, naar mevr. Pareira toe). Dat zegt u niét wéérl
Mevr. Pareira. Anders tik je m' op me wang hè... brandnetel?
Lisa (sussend). Mamé... houdt u toch óp — en jij Judith, hou je mond.
DERDE TOONEEL.
Midden in het geschreeuw komt Baruch, een-en-vijftig jaar oud, langzaam binnen. Met de toppen van zijn vingers kust hij de mesusa's. Hij spreekt een weinig zangerig. Zijn gelaatsuitdrukking is zacht en mooi. Hij heeft vol, grijs haar en grijze bakkebaarden.
Baruch.
Allemogendste Vader,... daar val ik alweer in de punten van de dolken! — Dag Lies (zoent haar). Bosdias moeder... Bon saliënte! (loopt haar voorbij). En jij, kwikbolletje? Weer dóódvon-
nisse uitgesproken ?____(naarJudith die hij zoent),
doe jij nou eens je schaatsen weg, kleed je uit en kom es gezellig bij je vader. (Baruch gaat vlak bij de kachel zitten, in een ouderwetschen armstoel. In zijn handen blazend): Och, och... wat een kou. — Bij menschenheugènis...
Judith (hem onderbrekend, gooit haar schaatsen weg, springt op zijn schoot en omhelst hem). Vadertjelief, nou moet u toch es hooren!