12 ARON LAGUNA
Lisa (angstig kijkend naar haar mama en zich in eigen leugen verwarrend). Wat?... Groningen?... o, jé... maar ik dacht dat ie al terug was... nou met het ijs...
J u d i t h.
Niks gezien — ik heb met Morks gereden die laat hier was, de vriend van Aron, en Lea kwam kijken.
Mevr. P a r e i r a (valsch). Ddt ordinaire plebs?... Bon proveite!
Judith (driftig). U hoeft de vrouw van Aron niet te beleedigen... en zijn vriend óók niet!
Mevr. Pareira. Plebs kén je niet beleedigen.
Judith (bijna huilend van drift). Ik wil... ik wfl niet brutaal tegen u zijn grootmd — maar u kunt toch zóó treiteren!
Lisa.
Is 't nou uit?... opgewonden standje!
Mevr. Pareira (treiterend). Ldit dat stuk drift!
Judith (zenuwachtig huilend). Ik kwam dolblij van het ijs terug...
Mevr. Pareira (sarrend). Straatslenteraarster!
Lisa.
Mama!