ARON LAGUNA 97
M o r k s.
Je scheldt Aron?... jij dreigt?... jij?...
Aron (bitter). Toch niet met pistolen?
L e a (schuw). Als je alles gehoord hebt Aron...
Aron.
Ja, illes... toevallig. — Ik luisterde achter of 't ventje nog sliep — toen ... toen,... Morks had zoo beklemd gezegd: ״ik moet je spreken" ... toen hoorde... ik... jullie... getortel.
L e a.
Dan wéét je 't.
Aron.
Alles.
Morks (klemmend). Dan zal je óók begrijpen...
Aron (hevig in drift uitvallend). Ik moet begrijpen hé... voélen hoeft niet hé ?... Ik ben één blok verstand!... (smartelijk-woedend). O, wat walg ik van jullie gemeen gedoe achter mijn rug!
Lea (snikkend). Aron!... Aron!...
Aron (Lea wild opzij duwend). Ik heb geen aandoening, geen warmte wél?... Je dwóng me te spreken niet?... Luister dan Morks. — Ik vind je een gluiper, een sluiper!... een dief van vertrouwen!
5