□_EERSTE BEDRIJF.__□
Een oud-deftig, empire-gemeubileerde kamer, met enkele muurkasten. Schilderijen met bijbelsche voorstellingen aan den wand. Mesusa's aan de deurposten. Een brandende haard. Op tafel, middenin, kranten en dikke boeken, een lange pijp met dop en tabakspot. — Het is een zeer koude winteravond.
EERSTE TOONEEL.
Mevrouw Laguna Miranda zit in een starende houding voor het vuur. Zij is nog een knappe vrouw van vijftig jaar. Zij spreekt zenuwachtig en gejaagd. Statig komt mevr. Pareira Diaz Pisa binnen, een grijze dame van zeventig jaar, trotsch van gestalte. — Haar stem klinkt scherp en sarcastisch. Ondanks haar joodsch-Por-tugeesch-adellijke afkomst, spreekt zij weinig voornaam.
Mevr. Pareira (naar Lisa toegaand). Lies!... Lies!...
Lisa (opschrikkend).
Ja mama?
Mevr. Pareira. Zoo zit je nou al de godganschelijke avond — als Baruch straks komt en hij ziet je zóó soflade...
Lisa (bijna schreiend). Zooals die kinderen me de dood andoen, mama,... drie nachten,... verstaat u ?... drie nachten is Jacques nou al niet op zijn bed geweest.
Mevr. Pareira {ontdaan).
Drie?...
Lisa {knikt). God mag weten waar ie zwerft!
1