ii3
over dat stille spelletje. En hij, die meende geen hartstocht-voor-de-vrouw te kennen, was alles weer in tien dagen glad vergeten. Nou had hij ook haar vannacht weer gezien, in den theetuin, met zijn goud-en-roodgekleurde krul- en cierletters in de hand. En hij had haar snoet weer heel lief gevonden. Heere-nog-an-toe!... dat was toch een dwarrelprent geweest vannacht. Laat eens kijken? ... Die theetuin... daar had hij Jet leeren kennen en die had hem méér betaald dan hij als kaal lommerdklerkje beurde; maar vooral een onafhankelijker schrijf- en rekenbaantje gegeven. In het theetuintje had hij indertijd dat dooddroeve schepseltje ontmoet, dat hij, ook wakende, niet meer kon vergeten; met al zijn bedaardheid en él zijn onverschilligheid niet; hem altijd een folterende herinnering bleef. Vannacht had hij daar weer geleefd, tusschen het bestofte klimopgroen en achter de verborgen koepeltjes. Hij had er weer gesproken, gestaan en gegluurd als tien jaar her. Daar, in een vuns en stikduister prieeltje had hij 's nachts, heel, heel laat, toen er geen enkele bezoeker meer plakte, een vrouw hooren snikken. Zóó vreeselijk pijnlijk wanhopend en smartelijk als hij het nooit hoorde. Een vrouw... zóó snikken,... om te béven! Toen was hij brutaalweg het prieeltje ingeslopen en had het alleen gelaten schreiend schepsel onder een lantaarnpaal bekeken. Het was een beeld van een rosblond meisje, een kind van vijftien jaar. Ze sprak met een wee,... hij stikte zélf erbij in zijn eigen stem. Een jonge kerel uit de buurt had haar meegelokt en verkracht. Nou bleef ze half dood, dood van jammer en schande.
Rooie Mie spoog hem uit toen hij haar met het snikkende kind aankwam. Maar Manus vloekte op haar gemeene theetuintjes, op alles wat daar in het stikdonker verborgen gichelde, stoeide en de stoelen liet kraken. Dat was nou een ontucht die hij afschuwelijk vond en die moest worden uitgeroeid! Hij had het berooide schepseltje naar haar woning gebracht en nooit meer die vochtige, om hulp-smeekende oogen vergeten. Uit angst voor zwan-
Van Nea en Zeedijk 8