56 HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
eengezamelde typigheidjes, en zóó van den uiterlijken kant laat leven wat leeft. Heijermans moet bijna altijd werken met typige menschen, om er iets goeds van te maken. Men ziet 't nu ook weer in Diamantstad met tante Reggie, 'n blinde, zachtzinnige, oprechtgeloovige vrouw.
Hij moet hebben typige rebbetjes, hoe meer koek-versmonzelend en lijmig preekend hoe beter; typige ouwe-mannetjes, typige ouwe begijntjes, typige studentjes, typige snauw-juffers-van-drie hoog, of duf-sentimenteele vrijsters, stakkerige propaganda-mannequins als Rosa's, Lotte's, weeë schepsels als Rafaël, Eleazar enz., idealisten-/y/te« van eigen maaksel.
Zijn flexible geest, zijn levendige en gezonde natuur draait zoo'n typenspul in mekaar met 'n handkeeren.
Zijn handigheid en bekwaamheid kunnen soms heel lang schuilhoekje spelen, op het doèn-moment staan ze klaar, overbluffend, overbluffend èrg!
Hij kan akelig, ellendig onmenschelijk zielloos knap zijn in 't berekenen der toepassing zijner dramatische motieven, Maar daarbij heeft hij —׳ ook in zijn schets-werk komt dat telkens uit, — een zeer gevoelige natuur voor 't zien van tooneel-perspektief, want 't leven, gesynthetiseerd op de planken, heeft 'n heel andere stuwing dan de