49
een innerlijke zuiverheid en rust die het flegma der analyse, tot iets vrooms en onaanraakbaar heiligs óm-keert. — Hij is een der weinigen die de consequenties van hun levensleer aanvaarden. Zijn koele kracht is kind van zijn logischen rechtvaardigheids-zin; zijn kunstenaarsschap, van een ontroering als psycholoog, die in de behandeling der stof zelve hevig in hem opgewekt wordt. Hij geniet in zijn laboratorium van menschelijke driften, als werker, doorgronder. — Zijn oogen ? Vandaag telescoop, morgen microscoop. Avondsterren lijken u niet meer dan vonken-gewemel. Heerlijk. Emants zal u dra het misleidende bedrog onzer gewaarwordende zinnen uitmeten. — Hij zal u de getallen- en afstanden-mysteries van het heelal openbaren, tot ge duizelt. — Den melkweg met zijn goud gruis, hij laat er uw verbeelding door heen slaan, in een zoo eindeloozen tocht dat ge eindelijk besef krijgt van onze rekenende en beschouwende nietigheid. — Morgen drinkt ge koelen, helrooden wijn, zoo frisch alsof de druiven pas voor uw oogen waren uitgesapt. Wacht, hij zal die frischheids-begoocheling eens onder den microscoop bezien. Een woeling van wormige larfjes in uw glas en op uw smakkende lippen. Bedrog, waan, zinnen-misleiding, ons gansche leven, tevenover het groote en tegenover het kleine. — De glans van Venus die uw zinnen bedriegt, en haar grooter doet schijnen dan
het knipoogende gefonkel der vaste sterren, — het koele
4