De Jordaan, Manus Peet

Titel
De Jordaan, Manus Peet

Jaar
1922

Overig
4ed

Pagina's
573



44

alles met Corry, comedie en werkelijkheid leek. Hij vervloekte zichzelf, hij raasde tegen zichzelf. Wat wist hij, ongeraspte krakepit, eigenlijk van vrouwen, van zulke gepolietoerde nies-ses die ijdelijk begeerd wilden worden door allerlei sirools? Wat vermoedde hij van zulk een verwarrend-samengesteld karakter, zulk een brandende specerij nog wel, als Corry? Wat ontrafelde hij van zulke vlijmend-geraffineerden, met hun uitmergelende levensenergie, hun vlammende onverhoed-heid en zinnelijke woord-schermutselingen?

Het koortsige nachtzweet brak klam zijn hoofd uit, alsof hij zóó, van laatsten ademhaal, ter helle voer, wanneer hij dacht aan zijn bezoedelende onverzadigbaarheid naar haar persoon. Hij trampelde en beukte. Het was alles om niets: de koster sloeg de heiige beeldjes van zijn eigen kerk kapot, in goddeloos krakeel. Hij zwierf waar zij zwierf, sloom, in kwel-onrust, op een afstand. Hij, gekke knoet, hij bleef dan in aarzelenden angst omzichtig haar nasluipen en dan weer roekeloos zich vertoonen in haar zwierige omgeving. Diep in zijn vernederde zelf voelde hij zich lamgeslagen, gemarteld en van het kussen gebonsd als een kreupelen slampamper. Hij hekelde zijn eigen onbegrepen gevoel telkens opnieuw en hij behandelde heel zijn slaafsche en beklemmende hunkering en overspanning, op minachtelijke wijze. Maar dit maakte hem óf driester, beangstigend-uitgelaten, óf balooriger in vreeze en verbetenheid. O, de weedom, de eindelooze weedom daarna, die schrijnend en smachtend in hem opdrong!

— Plakplaat,... schorre scheepsroeper,... je gaat op de bon... je bint geflescht!... snauwde hij zichzelf toe ... Je knijst as 'n verlege bazuinengel... of je 't dubbelbreed hebt galsterd, als sij langs je is geloope, die heerlijke, slanke, fiere meid! Maar hoe boosaardig, koud-spottend keek Corry hem soms aan, alsof zij iets van zijn troostelooze verlorenheid bevroedde en daarom juist feller, met een sneer en een schamperen houw er op inhakte dat de puntige spaanders om zijn ooren dwarrelden. Verwaterde olie bij uitgewischt vuur! Wat

Sirool: kerel. — Oalsterd: slecht schepsel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.