De Jordaan, Manus Peet

Titel
De Jordaan, Manus Peet

Jaar
1922

Overig
4ed

Pagina's
573



EERSTE HOOFDSTUK.

I

Hoe Jan Gouwenaar Manos Peet den bultenaar, zijn vriendschap opzegt in de Tuinstraat.

Manus Peet en zijn pijp hunkerden, al in den vroegen, wolke-rigen Augustusmorgen, naar de landelijke eenzaamheid van het Slotensche Jaagpad, vlak nabij het geheimzinnig-suize-lende, hooggelegen populieren-kerkhofje ״Te Vraag" en de koel-klotsende Schinkel met haar zilverend en dobberend golf-lichtspel.

Jan Gouwenaar, de oubollige zeerob, die alweer maanden den Jordaan doorzwalkte en zijn kostje snorde te water en te land, cancaneerde dronkemansachtig op het vermolmde, leuning-looze trapje dat schuin opkroop tegen het bleeksteenen stoep-ken-met-de-groene-wrakke-zitbanken van het krottig Tuinstraat-logement je „De Groote Vaart". Plots hield hij, onder schreeuwerig stemrumoer, Peet staande en snauwde hem quasi-ruziemakerig toe:

־ — Heé Bochel... b! je an 't barrele in 't somerbuitje? ...

Ik hysch de seinvlag van de stadswerf... sie je me prauwtje nie? ... ouwe pest van je!

Barrele of baddere: zwemmen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.