482
biechtte van eigen misdaden, zonder een schijn van berouw bleef het schrikkelijk hunkeren naar zijn buurt en genooten kwellend en brandend in Karei leven, midden in den nacht, vol van een zwijgend-geheimzinnigstilte-dreigen en donkerend schaduwen rondom; bleef alles kervende pijn en heet smachten in Mooie Karei.
Zwarte Piet, met zijn hoofd voorovergebogen, liet zijn drankadem walmen in Karel's gezicht en hij scheen nog alleen maar op te leven bij de gedachte dat er een oud vriend van hem, nog veel erger geweest was dan hij.
Verward en springerig van gedachten stootte hij, met feilen nadruk in zijn argwanende gromstem op enkele woorden, uit:
— Ga wég... niks gedaan, haur!... Ga wég... hij frat niet... Dat was 'n kneibel... Frans Rosier!... Heb nooit-nie deur-getimmerd ... al hei-je 'm an se rooje sik getrokke... Ga wég!
Even kneep er een benauwd hijgen van de borst; toen ldonk de schooiersstem weer op:
— Ga wég ... dat was me beste gawwer... meer as,.. as twintig jantjes geleje... bij Lammetje Sondag... Fraag Rooie Luuk en Lange Luuk en de jonges... Piet de Metraus,... Nelis en Nooy... met se lamme seroeang!... Toe... toe ie se-eige feur de baserool heb gek gehoufe... Dat was 'n bloedsiener... stong de flik vól fan temee... Maar nie jofene!... Fraag Groninger Jo... Die hing d'r 'n galf feur se bast en se liepe d'r soo in... doodgewoon!... Ga wég!... Fraag Matje... fraag de Lange.... fraag de Londese Lewie... Ga wég kerel... die fersting de linke pinose... die feberde fak-keltjes... Ha-ha-ha... koper-groen seit-ie... gooie jullie in me frete... Ha-ha-ha... soo hep-ie de bewakers genome... kopergroen... ha-ha-ha!... Dié heb... heb... se sussie in de nek gebete... toen-ie effe fijf jaar was... die seibelant!
Zwarte Piet grinnikte al duivelscher in het donker, wreed, terwijl Karei angstig begon te luisteren.
— Wa bi jij feur 'n kneibel?... 'n Kwijlebabber!.. 'n Niks!... Jij bin 'n glasewasscher... Nou... ka jij 't hellepe da eens... ééns in 't weekie je ladder omfalt... hahaha...
Doortimmeren: zich verspreken. — Jantjes: jaren. — Seroeang: arm. — Baserool: president van de Rechtbank. — Flik: dagblad. — Jovene: goed. — Galf: mes. — Linke pi- of pemose: misdaden-trucs. — Fakkels feberen: bedelbrieven schrijven. — Seibelant: booswicht. — Kwijlebabber; mis»eljike vent. —