39
voor: als ik Corry nou zie, dan gaat zij er aan. Hij zou er precies uitflappen wat hem voor den mond schoot. Hij zou haar in haar frontje rooken, als een tabaks-pakhuis op het Bickerseiland. Maar zag hij haar dan weer, — bij het orgel van Jan de Jood, — dan bleef hij stom als een geschifte knul. Neen, hij kon hdar niet bevrijen en befrommelen. Bij Corry viel er niets te redderen van haar intiemste wezen.
De mooiste niesses allegaar kregen bestek op hem. O, Karei beeldde zich niks in en het was niks geen grootschigheid op zijn eigen personaadje. Hij hiette maar een dood-onnoo-zele smokkelaar-in-steenkolen. Het was de propere waarheid. Misschien prikte zijn blond snorretje ze guitigjes de lippen. Misschien deed het wel het zoet gegons en week gekweel van zijn harmonica; misschien het onstuimige gestoei van zijn springenden geest. Hij torste een heel ״Café Moderne" op de punt van zijn sarcastische tong. Misschien lokte hij wel met zijn weeke zangstem, die toch altijd naar de droefte ging, al leek hij nog zoo vroolijk. Doch min en vurige vrijage, in weemoed of jool, waren van Mooie Karei en bleven van Mooie Karei. Leve de twee Zwaantjes met den koperen konkel!
In zijn tintelende levensdrift waagde Karei, de Minnaar, nog altijd alles voor een mooie vrouw. Het bleef een wild, avontuurlijk genot, omdat het hem een woesten en bedwelmenden geluksroes bracht. De slanke lefmeiden lonkten hem van alle kanten toe als hij danste, zong of harmonica speelde. Dan leuterden zij altijd wat broeisch van zijn duivelsche dapperheid, de onkuische hartjes, die niet wisten hoe Tante Jans in de Bloedstraat haar naam spelde.
Eindelijk leek dan toch gebeurd wat zij geen van allen van Karei Burk hadden verwacht, de lieve monkelaarsters, de felle schimpsters en half-bezetenen van liefdedrang en hartstocht,... eindelijk was dan toch geschied waarvoor zij Karei vroeger, omdat het niet gebeurde, wel konden ranselen: .. .de Verliefde was verliefd geworden op één meid,op Corry Scheendert, en hij vermocht zijn liefde voor die deern en zijn verachting, na haar val, voor niemand meer te verbergen. De
Frontje: gezicht. — Geschifte knul: iemand die al op jeugdigen leeftijd in de gevangenis zat. — Kregen bestek: werden verliefd.— Konkel: groote koffieketel. —