445
wegelijk op den vloer, terwijl hij met den anderen zacht-schuifelende, vreemd-suggestieve passen maakte; slepende en schijn-schuwe passen,... die al hartstochtelijker instampende uitvalkracht zich versnelden. Op één hielgewricht draaide Karei het andere been langzaam bij, zwaaide de armen eerst in schuchtere, toen in breedere, eindelijk in geweldige bogen over zijn hoofd heen en liet zoo de messen boven zijn duister-gloeiende oogen vonkend en flikkerend tegen elkaar opklet-teren.
Mooie Karei leek geheel verzonken in zijn dansfiguren en houdingen. In een belachelijke vlaag begonnen, zich bewust van zijn eigenzinnige, dwaze comedie, van zijn ironische schimpdrift, sloeg zijn aarzelende phantasie over in een daemonisch, hartstochtelijk rhythme. Hier, op den zanderigen en knarsenden kroeggrond, leefde hij een schrikaanjagend gevoel in zijn dans uit; een opstandige wraakmacht, een tragisch-hunkerenden moordlust, een trillende gevechtwildheid die hij vóór dat uur niet zoo kende van zichzelf. En telkens in maatvaste, heftige stampingen de muziek opstuwend, in uitval en terugschuifeling, trokken de vlijme messen kletterend in majestueuse bliksem-bogen over zijn hoofd, terwijl zijn oogen als donkere lichten schitterden boven de kijkkoppen. Plots wierd het een getinkel en gefonkel van spiegelende lemmetten; zag de hijgende menschendrom niets dan kruisingen van lichtend staal dooreen-schieten. Een seconde stond Karei stil. Maar onverhoeds gingen de spier-sterke armen streng naar de hoogte en sprongen zijn slanke beenen weer uit; danste hij zacht en verleidelijk, verfijnd, zinnelijk en ingehouden jubelend, met kleine trippelpasjes, de messen speelsch in de handen, als moord-werktuigen listig verborgen. Zijn geschonden gelaat scheen weer het oude schoon te ontstralen. Eén moment keek hij kil-wreed en angstwekkend als een Indiaan in fetischen oorlogsdans-roes verloren; groeide hij óp, grandioos, dreigend en bloeddorstig, voor den gehypnotiseerden oogenkrtng; en dan plots, al dansend op een dol-aanrennend, gesaccadeerd