het nieuwe tijdperk van phosphor en salpeter... naar kwadraten zonder hoeken! Jij bent een dooje ... je ziet de natuur nog als een liefelijkheid . . . een paradijs van vlindertjes ... Jij begaapt de natuur met je stomme tronie en kweelt... als een puttertje ... De natuur . . . mugmenschje ... is ontbinding, verrotting . . . ontbinding überhaupt! De natuur is drekfranje . . .Jij leeft niet... jij bent een verslikte aspiratie, een dichter met hik... Jij bent poetspommade, slib, oud-roest!... Jij met je eeuwige buitensche snert-weggetjes, met je bucolieke snert-heimwee, je oranje-glanzige zonne-effect-jes en al dat azuursel... stinkende krochten van de smaak; ... jij... met je gevlekt vee en je eeuwige roode daakjes en je kronkeltakboomen... jij met je nikkelen maan en je sentimenteelen nevel en je mist en je sneeuw! . . . Weg met al je nagebootste bloemkorfjes-attributen! De taal moet als oertaal hersteld . . . Wat jij geeft is beschimmelde rommel... al je hottentotsch natuur-gedroom überhaupt... is rupsengekruip . . . Dat valsch-elegische en geheimzinnige van de ״ontluikende" natuur, het tooversprookj e, heeft Vincent al lang stukgescheurd met zijn wreed tempermes . . . Da domb... da domb... domb-
49
Kater Don Juan. 4