87
Peerdemilisj... is 't zeiwei... hier is 't geen heibel!... Heele manskaarte... prachjuweele... De rijkdom veur 't grijpe!... Die d'r op Nieuwjaar veel koop, is d'r zuinig over 't heele jaar... Koop, en neem je tallis onder je arm... Koop, 'n sjikkere nabes ken er nog mee overweg!...
De dochters riepen een beurtzang:
— 't Ouwe Jaar is nul, 't Nieuwe jaar wordt 'n jaar van lache onz teuge!... Wenaumar Omijn!...
— Die schaure eet je zonder kaaktande...
— Hoor de sjoufer... de sjoufer schralt...
Zelfs opgedirkte sjikses, met roode en groene cloche-hoedjes, en kinderen met vuurkleurige baretjes, kochten de mooie papieren wondertjes, gecierd door reemd-letterige spreuken. De ingemetselde nissen-beeldjes Mozes en Aaron, aan den Sint Anthonies-kerkachtergevel, schenen te glimlachen in het regengrauw. Ze kochten, de argelooze Christinnetjes, betooverd door de Joodsche prul-kunststukjes. Toen ze de papieren gebouwtjes opentrokken, verloren zij hun blik in parken en zagen zij engelzoete bruidspaartjes verstijfd-kuisch vrijen, in brocaten nisjes. Nog dieper loerend, werden ze oversneeuwd door zwijmelende kleurtjes, in de verte en van dichtbij. Hartvormige kransen van azuurblauwe vergeet-mij-nietjes geurden zwoel en een zon-beschenen gebedenhuis rees uit wolken van vuil vloei...
Een venter er naast, met Papoea-achtigen ragebol, gitzwart-gekroesd en natgeregend, met een vreemd brandewijnluchtje door zijn asem, schreeuwde:
■—־ Ikke bin Jangekouf Hirsch, sjehageles!... Ik kom heeldegaar uit Koeverde, mensche... sjehageles... en me harses binne zoo zuiver as kristal... Geen stofje is d'r tussche te krijge... Hoor mijn geschal... Ikke
kom van de vergulde klok!......Geen bekattering......
Vedaag Rosjesjoone... Gedenk je gewete, doe boete, doe inkeer... en morse jullie nie op me schroone tafellake... Koop, koop bij de Koeverdsche koopman Jangekouf Hirsch... bazzeroel in eige hoöm weliswaar... Ik wach tut ik geplunderd wor!...
Peerdemilisj: melkverkooper. — Zeiwei: waardelooze rommel. — Sjikkere iiabes: dronkaard. — Wenaumar Omijn: nu is het genoeg. — Sjoufer: bazuin, — Sjikses: Christenmeisje, — Sjehagelis: tartend. — Bazzeroel: baas in eigen huis.