Het Volk God's, van Armen en Rijken

Titel
Het Volk God's, van Armen en Rijken

Jaar
1931

Druk
1931

Overig
1ed 1931

Pagina's
511



151

aan drank en overgaf aan alderlei lusten? Met een zweepkoord moest ze hebben!

Sak spotte, zijn kop bejeukend, naar zijn zustertje, veel te laat klaar met zijn antwoord:

— Hereira's Ancona da Tartaz, asjeblieft!...

Tante Truddie snibbigde terug:

— Kom d'r op an!... Wuilie binne óók dor dor... binne óók étrangé's van buite... al binne we nie van de schratrijke tak, wuilie binne dóch dor dor!... Maar de

rijke Hereira's...... nönéé, die zitte vlak onder de

Theba...... en binne dóch de steunpilare van de

Hechal!... Raaij, raaij...

Nog veel meer vinnige roddelarijen wist Truddie. Natuurlijk hadden dié hun plaats bij de Ouderlingen. En de naaste familie,... op de Wiljesbanken, vlakbij het stoffie van de Ouderlingen. Zoo ging het altijd in de Kehilla... Gazak Baruch!...

— Kabot op kabot, naturelek... die de deeg hep, hep de krente... Akiaay!... Die 't krijnpotje hep, hep óók 't dekzeltje!... Sjtinkende velletjes make klinkende gelletjes!...

— Mit rech,... meende slapwangige weduwe Aboab da Fonseca uit de Moddermolensteeg, zich haast weer hoesterig verslikkend in een te vollen lepel kroten,... daar hebbe wuilie geen geilik an!...

Sak viel geprikkeld uit:

— Wat duw je nou als, Truddie?... Wil mijn in de abatare brenge... Wuilie binne maar arreme par-

reae...... Wuilie hoore in de petjesbanke......Wuilie

hebbe géén voorvadere... Wuilie hebbe alleen óver... onze mooie name! Wuilie binne maar neefte van de éénentwintig koninge van Juda,... attordide... zónder kroons. En die, nebbisj, hebbe nie verder maage loope op Sabbah, as tweeduizend elle buite de wal!...

De grijskop van Sak Hereira stond nu niet oolijk meer; eer kregel. Sak dacht chagrijnig aan zijn Delphientje in Apeldoorn en aan zijn twee jongens, die nou misschien kouden sjaletpot kregen te slikken... Was zijn vrouw voor haar stervenden broer al niet een halve Sabbavrouw geworden?... Sjemabenie! Om-rede dié zijn vrouw was gevluch, mos zijn vrouw ver-

Kehilla: gemeente. — Kabot: eerbewijs. — Krijnpotje: mierikpotje. — Geilik: deel. — Abatare: (Port.) in de war gooien. — Attordide: verbijsterd. — Sjaletpot: Joodsch gebak.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.