Kunstenaarsleven, eerste deel

Titel
Kunstenaarsleven, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
282



II

staarde, een vrouw, die de zomeravonden niet zuchteloos, doorwandelde, niet zonder dien heimvollen huiver te voelen van 't nachtzwijgende en groot-stille natuurleven. Zij moest voelen als hij de zachte kleuren der late tinten, 't ruischleven van boomen, en hooren den jubelklank van 't vogelenlied. Zij moest doorleven als hij 't kleurgetoover van de zonnedagen op daken en straten, op weien en zeespiegels. En ze moest meespieden met hem naar den geheimsten levensdrang der menschen. Die vrouw, ze zou z'n ontleden, z'n felle bestudeering van ziel en passies met hem moeten volgen, op den voet. Moest hij haar zeggen, dat hij eens de ridder-romantiek, de groote, rustelooze rooftochten, en de vrouwaanbidding in gouden zwijmel had doorleefd ? En dat nu nog, overal waar ie 'n ruïne zag, een visioen van dat stoute, koene, sterke en gevaarlijke machtsleven weer voor 'm opgloeide als 'n bloeiend geluk ?

Hij wou haar zeggen, dat ie 't leven zag, dan als een verre, goudroode avondlucht over een immense stratenstad, als een schemer en diepe geheimenis van ver, kleurig-wisselend gebeuren ; soms als 'n verweerde ruïne, in z'n zinrijken stilte-weemoed, symbool van vernietiging, — dan weer als 'n abattoir, waar 't hakmes hamerde, de menschendriften bloed verspatten, alle oorden uit. Hij wou haar zeggen dat ie den witten vlinder van zijn droomen en zoet ijlen, zwaardronken van bloedstank, zag fladderen tusschen rood van rauw vleesch en verdwaald van bloemen-akker naar dreunende slachterij. Nee, nee, vooral moest hij geen vrouw, die met burgermans-theorietjes verheffing van zieleleven wou. Die verheffing was 'm 'n walg. Hij begreep niet, wat verheffing moest zijn. Hij voelde zich verheven, als ie de laagste drijfveeren van schunnige wellustdieren, van geldschrapers en roofschepsels tot in de fijnste vezels doorschouwde en blootlei, een spin-fijn geweven net van leven; als ie diep doordrong in 't karakter van veinzerij en valsch-heid, van sluw zinnesluipen en innerlijke vervoozing. Dan was ie verheven, zoo verheven als de hoogste idealist. Hij voelde zich verheven in z'n liefdes-verrukking, die de demonische bedwelming van zijn natuur, zijn mooiheidsver langen was. Dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.