82
die mond.... wat 'n kracht.... je wordt er bang van.... U schrijft vlot ook! vlot.... vlot ! vlot ! vlot ! heel vlot ! Doet u er nou lang over ? nee hè ? nee, hè ? Dacht ik wel.... maar betalen ze u wel goed ? ja ? ja ? ja ? tjonge, tjonge.. .. wat schrijft u gemakkelijk.... wat zou u te gebruiken zijn voor andere zaken !.. .. ziet u, dat ontbreekt me.... dat heeft me altijd ontbroken.... Ik ken niet goed vreemde talen.... alleen Duitsch.... Duitsch.... dat ken ik.... en ik kan niet stellen.... ik kan niet stellen !.. ..
Even hield ie op. Hij had te veel gezegd, zich door z'n ontzag voor Maurice's verzet even laten meesleepen.
Tjongen, wat 'n durf-vent, om zoo tegen hem uit te vallen ! In alles hing hij nu van hem af, en nog geen woord hulp toegezegd ! In plaats van zich koest en onderdanig te houen, speelde hij öp.. .. tjongen, dat beloofde wat.... 'n vent met durf! Maar stom, ecuwig stom, dat ie gezegd had, dat de kerel te gebruiken was.... Had ie 't wel gezegd ?.. .. ja ? ja ? ja ? 't moest goedgemaakt !
— Ja, meneer Fleury.... te gebruiken bént u.. .. heel goed ! maar niet voor mijn zaken !.. .. eerlijk gezegd, bent u voor mijn zaken geen lor waard.... niets, heelemaal niets! Neem u eens aan, dat ik, dat ik, dat ik zei.... dat ik zei:.. meneer Fleury, zeg mij 'ens ronduit, hoeveel verdien je op je bureau, en u zegt zooveel, u zegt zooveel, nietwaar ?.. .. en ik zeg.... ik geef je honderd procent.... of tachtig méér.. dan wil dat niet zeggen, dat u voor mijn zaken dèugt.... Dan doe ik dat, omdat ik u 'n heel aardig, heel geestig, 'n heel typisch jongmensch vind.. .. van wie ik wil genieten.. .. ik doe 't voor mijn amusement.... u is wel wat groentjes nog.... maar....
— Pardon, meneer Soonbeek, viel Louise in, mijn man mag jong zijn.... zeker.... maar hij heeft misschien al meer doorleefd dan u.. .. Rijpheid zit toch niet in ouderdom.
— Hééé !.. .. meneer Veldhuis, u rookt heerlijk.... dat mag ik zien, tjongen.... dat is 'n gezellige zaak, viel dwars over Louise's woorden Soonbeek uit.