13
naar 't échte in haar. Zou ze 't meenen ? Zou die lieve minneglans in haar mystiek-grijze oogen werkelijk opgloeien onder Heine's verzen ? Hij wou, demonisch, zien, of ze haar dichter kon verdedigen tegen zijn ontnuchteringen ; zien, hoe haar houding werd. Eerlijk was 't niet, maar er zat al lang iets in 'm te kregelen. De rust, de weelde in de kamer, in 't huis van den bankier, giftigde jaloerschheid in hem öp. Waarom had hij zoo'n vuns, overal dóórklankend hok ? Waarom die nooit-studeerende, nooit-z'n-ziel-uitzingende kerel, zoo'n stilte en zoo'n zoete omkoestering van heerlijke gemaks-dingen ? Moest die vrouw, die mooie zinnelijke vrouw, opgeschroefde klets-frazen verkoopen over de ziel van een dood dichter ? Hoe zou ze 'n arm poëet in de werkelijkheid behandelen ? Voelde die traag-bewegende vrouw iets van werkelijke ellende ? Zou ze iets van haar voornamen chic willen missen en van haar luxe ? O ! hij zou zich niet laten beetnemen door die argelooze klankverdraaiing en naïeve accentueering van haar met Duitsch mondje gesproken Hollandsch.. .. Hij schamperde terug, fel, tégen z'n gevoel in :
— Ik ben nog niets mevrouw.... maar ik heb 't recht toch zoo te spreken !.. .. U moet u niet door al die mooi-praterij in dichtbundeltjes, en door al dat zoetige en lieve gedoe laten beïnvloeden !.. .. Dichters zijn maar heel gewone menschen ! Ze leven door en met dezelfde lusten en driften ! Hun half-goddelijkheid is minder dan bij den Minotaurus. z'n half-menschelijkheid. Er zijn dichters.... héelemaal stier !.. In de oogen van romantische vrouwen staat 'n loszinnige woesteling, met ridderlijke fratsen en vernuftspel, dikwijls, hooger dan 'n wijs, kalm en goeddoend mensch! God moest al de dichters bekeuren.... 't Zijn geestelijke dronkenlappen ! Ze kajoleeren hun eigen zieltje, in listige zelfvrijerij.... Heusch mevrouw, als ménsch staan die lui dikwijls veel lager dan de meest geestgrove kruidenier !....
Maurice demoniseerde dóór, voelde zich lekker in z'n verachting. Hij zei, dat hij vrouwen gekend had, die dweepten met zekere verzen, tot ze op portret of door 'n ontmoeting