132
toen ze Louise met de droeve, groote, gouddonk're oogen op 'r zag afkomen en de kwijnend-zachte stem als altijd hoorde klanken, haar vragend hoe 't ging, kreeg ze weer durf, vreesde ze niets meer.
Flora kwam opgewekt vertellen, dat Soonbeek voor Maurice 'n werkkamer boven de zaal had laten op orde brengen, waar hij heel rustig de proeven van z'n boek kon korrigeeren.
Louise bleekte even en beefde. Ze keek Flora zacht-streng aan, dat ze verlegen grabbelde in haar retikule naar 'n briefje van Soonbeek voor Maurice. Snel en dwars scheurde hij gejaagd de enveloppe open en las Soonbeek's schrijven door. — Heerlijk, Lou !.. .. prachtig !.. .. de heele kamer boven de achterzaal heeft Jan voor me ingericht.... Nou kan ik heerlijk stil werken .... heerlijk, hè, Loutje ?.. .. Flora, wil je Jan zeer bedanken ?.. ..
Maurice was zoo blij met 'n aparte, stille werkkamer, dat hij niet eens zag, hoe droef-stil Louise 't opnam. — Ze vond 't ook wel heel pleizierig voor hem, dat hij uit 't knellende en benauwde van hun klein kamertje wég kon, vér van 't geschreeuw en geharrewar van de jongens en Kareltje, maar 't deed 'r toch felle pijn, dat ze Maurice nu zoo gretig van haar aftrokken, naar die rijke, weelderige omgeving, tusschen het vleierig en verlekkerend gekoester van Flora ; weggetrokken van haar juist, haar, die alles van dat werk in zooveel knagende armoe, zooveel folterende zorgen en ellende had zien groeien. — Nu hij dat zelf niet scheen te voelen, berustte zij, innerlijk toch droef en geschokt om Maurice's blijdschap, juist over 'n ding, waarvan zij 't smartelijke voelde.
Veertien dagen later ontving Maurice al de eerste proeven van zijn boek. — Kareltje huilde en de jongens, nerveus en twistziek, nu ze gauw op 'n kantoor zouden geplaatst worden, waartusschen Frans stookte, iederen ochtend bijna, vóór ie naar z'n bureau ging, schreeuwden en vochten in de gang.
Maurice was heel blij dat ie eruit kon stappen en rustig korrigeeren op de Heerengracht. Want nu ie z'n werk in druk