110
niet meer in de schemerzaal Ze voelde zich nu in de zonnige kracht van zijn geest omgloeid. — En als er nu en dan weer bange nerveusheid in haar opleefde, dan was 't alleen, wijl ze vreesde dat ze Maurice haar liefde zou zeggen; zij zich niet langer zou kunnen beheerschen.
Dat nerveuse-bange voelde ze vandaag, nu Maurice komen ging. 't Was beklemming en hunkering, droeve angst-omknelling, benauwing, en toch ook oproerig verlangen naar iets vreeselijks dat uitbarsten moest. Toen ze Maurice van verre zag aanstappen, snelde ze 't salon uit naar de achterzaal. Gejaagd schoof ze daar vitrages en overgordijnen zoo ver mogelijk weg, om 't goud-zachte licht van den herfst-tuin op te vangen tot waar zij zitten ging bij 't orgel. — Maurice hoorde ze bellen en op de zaal aanloopen.
Dadelijk ging ze hem tegemoet, schoon ze 'n minuut er voor zich vast had voorgenomen te blijven zitten. Ze voelde zich bevend-nerveus, zonder te beseffen waarom.
Ze slankte vóór hem, in haar roodfluweelen ochtendjapon, éven zwierig, zonder dartelheid.
— Dag Flora, dag, dag! hoe gaat 't
— Dat schikt wonderbaar, lachte ze nerveus. — En jij ?
— Ausgezeichnet !
— Eben .... en Louise ? Ach Maurice.... wel schade.... noe heeft Soonbeek niet getelegrafeerd, je zult dus wachten moeten met je plan tot hij terugkomt׳!
Maurice ging zitten in 'n breede crapaud. Hij voelde zich even erg teleurgesteld. Hij had zoo graag 'n vast besluit genomen met een groot uitgever, die z'n werk zou laten drukken en in den handel brengen, maar niet voor eigen rekening.
Flora, tegenover hem zittend, leefde z'n stille onthutsing mee, en heel bedeesd en innig met haar streelende fluisterstem, nu herhaalde ze haar voorstel van den vorigen dag. Maar Maurice weigerde, zei, dat ie dat niet kón, niet mocht aannemen. Flora huilde bijna van smart. Haar oogen treurden dadelijk.