De jeugd van Beethoven

Alle realiteit hangt af van aanschouwing en subjectieve waarde-bepaling der dingen en verschijnselen. Er zijn zeker lieden, die het tyranniek overheerschen van vader Beethoven trachten te vergoelijken met een sneu flegma, wijzend op het ongeschonden uitgroeien van het genie, zijn zoon. Maar die lieden zijn of hazelaars, oppervlakkige zwet-sers, of lammertjes als psychologen. Besef eens wat uw eigen kinderleven u gaf aan verrukkingen, gouden droo-merijen en wilde gelukzaligheden, als ge vrij, heelemaal zonder opzichtershand en critiseerend oog, lekker mocht doen wat ge zelf wou doen, goed of kwaad. Leef eens terug en weet je te bezinnen de van je eigen slaap afgesmokkelde uren, als je opstond en de klare, zon-gouden lentelucht spande trantelend zich boven je oogen uit, en je hoorde vogel-gejubel en geroep en gerij, en je zag makkertjes in de straat die je opwachtten met knikkers, tollen,

61