220 Db lichte last.
lijk verloop der gebeurtenissen overigens geheel zonder invloed blijvend. Zeer uitvoerige beelding en breede groepeering van toestanden, handelingen en gebeurtenissen hebben zeker hun recht van bestaan. Maar alléén, in epischen vorm, als woord, beeld, zin, rhyth-me ons telkens nader tot de essence van het gebeurende brengen. Eén ding kan vaak anders waargenomen en gevoeld worden, als de waarneming en voeüng ons dan ook telkens een nieuw schoonheidszicht geven, op ding, verschijnsel, karakter, handeling of toestand; gelijk b.v. in de prachtigste gedeelten van Jac. van Looy's werk. Maar wanneer we alleen de ״hoeveelheid" krijgen, omdat de auteur den synthetischen greep mist, en hij toch meent het volle „gewicht" te moeten schenken, dan zeggen we: neen, we lusten niet meer.
Ik moet eindigen, schoon er nog zeer veel van het boek te zeggen zou zijn. Over de meestal voortreffelijke, zuivere psychologie; over de zachte en soms heel fijne penseeling van kleine scènetjes; en over enkele stemmingen. Er is weemoed en geluk in dit werk.... Het werd doorleefd. Niet naar allen kant. De Oorver lijkt mislukt. Ook de dood van den blinde is zwak-roman-tisch. De figuur Wevers blijkt zeer ontroerend gegeven. Ook Grietje Vlietstra. Ook de oude Willing is goed en Willem Brandt leeft. — Jeannet's zelfmoordpoging en bekeering zijn echter zwak. Jan's socialisme blij kt het allerzwakst. Zeer gaarne zou ik den schrijver en den lezers nog hebben verklaard waarom de dood van Chris-tiaan Brandt, den blinde, een dramatische verzwakking wordt van deze overigens zoo diep-doorvoelde figuur. — Maar ik ben al te lang aan het woord geweest. Mijn doel was de aandacht te vestigen op een begaafd schrijver en diens werk, uit het christelijke kamp. Ik hoop dit doel te hebben bereikt.